Villa Emo - Palladio
Het ontwerp van Palladio is een uiterst eenvoudige plattegrond gebaseerd op parallelle fundamentele assen , een taal in vergelijking met de essentie , zonder concessies te doen aan extra architectonische elementen.
Palladio realiseerde een perfecte harmonie tussen de architectonische vorm, de functies waarmee het verbonden is en het omringende landschap. Hij liet zich hierbij inspireren door de symmetrie van de Romeinse gebouwen. Door de eenvoud en de harmonie is het gehele gebouw perfect in balans. Hij maakt in dit gebouw gebruik van " barchesse"(vleugels) deze vleugels werden bepaald door de lijnen in het landschap.
De balans en de harmonie van de architectonische compositie ontstaan uit de ritmische opeenvolging van volumes , hoogtes en ruimtes. De grote oprit die leidt naar de ingang is een ongewoon element voor Palladio dat zijn authenticiteit is in twijfel getrokken , maar de structurele opvatting van de kluis in de passage onder de oprit getuigt anders. De helling , net als het hele repertoire van bouwtechnieken in de villa en in lijn met de filosofie van de eigenaar, behoort tot de landelijke bouwtraditie : een eenvoudige hellend oppervlak zonder traptreden maakt het makkelijk om spullen naar boven te tillen en rollen.
De kelder dient om het hoofdgebouw harmonieus aansluiten op het niveau van de grond en de vleugels , terwijl de ramen aan de voorzijde van het huis de verschillende hoogtes en sequenties van de kamers binnen aangeven .
Palladio realiseerde een perfecte harmonie tussen de architectonische vorm, de functies waarmee het verbonden is en het omringende landschap. Hij liet zich hierbij inspireren door de symmetrie van de Romeinse gebouwen. Door de eenvoud en de harmonie is het gehele gebouw perfect in balans. Hij maakt in dit gebouw gebruik van " barchesse"(vleugels) deze vleugels werden bepaald door de lijnen in het landschap.
![]() |
De balans en de harmonie van de architectonische compositie ontstaan uit de ritmische opeenvolging van volumes , hoogtes en ruimtes. De grote oprit die leidt naar de ingang is een ongewoon element voor Palladio dat zijn authenticiteit is in twijfel getrokken , maar de structurele opvatting van de kluis in de passage onder de oprit getuigt anders. De helling , net als het hele repertoire van bouwtechnieken in de villa en in lijn met de filosofie van de eigenaar, behoort tot de landelijke bouwtraditie : een eenvoudige hellend oppervlak zonder traptreden maakt het makkelijk om spullen naar boven te tillen en rollen.
De kelder dient om het hoofdgebouw harmonieus aansluiten op het niveau van de grond en de vleugels , terwijl de ramen aan de voorzijde van het huis de verschillende hoogtes en sequenties van de kamers binnen aangeven .
![]() |
![]() |
In zijn villas maakt hij gebruik van symmetrie assen. De inspiratie voor het gebruiken van symmetrie assen haalt hij uit de oude Romeinse bouwstijl.
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Landschapmaquette: |
Functionele analyse
Constructie
Omdat de begane grond van de villa hoger ligt, geeft het de indruk dat het
gebouw verrezen is uit de omgeving. Dit brengt ook praktische voordelen met
zich mee. Door de bediendes onder het huis te plaatsen, breekt het bijhuis voor
de huishulpjes het beeld niet op. Hierdoor krijgt de villa meer status en lijkt
het alsof hij het landschap beheerst.
Omdat de begane grond van de villa hoger ligt, geeft het de indruk dat het
gebouw verrezen is uit de omgeving. Dit brengt ook praktische voordelen met
zich mee. Door de bediendes onder het huis te plaatsen, breekt het bijhuis voor
de huishulpjes het beeld niet op. Hierdoor krijgt de villa meer status en lijkt
het alsof hij het landschap beheerst.
Villa Emo is opgebouwd volgens het arcadische ideaal. Dit betekend dat aan
de buitengevels (bijna) geen versiering te vinden is. Dit wordt echter wel
gecompenseerd aan de binnenkant. In de versieringen aan de muren van de
ontvangstkamers kon het ideaal van het plattelandsleven opnieuw gecreëerd
worden en werd het landschap hersteld naar zijn Arcadiaanse betekenis. Arcadia,
als de perfecte illusie, was dus toegevoegd aan de villa.
Interieur
Zoals eerder gezegd had het interieur meer versieringen en luxueuze objecten
dan het exterieur. In de hoger gelegen delen van het huis (dus niet bij de
bediendes) zijn de muren versierd met fresco’s. Deze zijn gemaakt door de
Italiaanse schilder Giovanni Battista Zelotti. Zoals op de foto’s te zien is,
zijn de fresco’s geïntegreerd met de muren. Door de afbeeldingen over de kaders
heen te schilderen, krijg je nog meer het gevoel, dat de villa en de fresco’s
één zijn.
Het interieur van de
villa is verder nauwelijks veranderd over de loop der eeuwen. Dit komt
voornamelijk door het feit dat de villa al die tijd in handen van de familie
Emo is gebleven.

Villa Emo is opgebouwd volgens het arcadische ideaal. Dit betekend dat aan
de buitengevels (bijna) geen versiering te vinden is. Dit wordt echter wel
gecompenseerd aan de binnenkant. In de versieringen aan de muren van de
ontvangstkamers kon het ideaal van het plattelandsleven opnieuw gecreëerd
worden en werd het landschap hersteld naar zijn Arcadiaanse betekenis. Arcadia,
als de perfecte illusie, was dus toegevoegd aan de villa.
Interieur
Zoals eerder gezegd had het interieur meer versieringen en luxueuze objecten
dan het exterieur. In de hoger gelegen delen van het huis (dus niet bij de
bediendes) zijn de muren versierd met fresco’s. Deze zijn gemaakt door de
Italiaanse schilder Giovanni Battista Zelotti. Zoals op de foto’s te zien is,
zijn de fresco’s geïntegreerd met de muren. Door de afbeeldingen over de kaders
heen te schilderen, krijg je nog meer het gevoel, dat de villa en de fresco’s
één zijn.
Het interieur van de
villa is verder nauwelijks veranderd over de loop der eeuwen. Dit komt
voornamelijk door het feit dat de villa al die tijd in handen van de familie
Emo is gebleven.
In de villa is er een duidelijke scheiding tussen dienende en bediende
ruimtes. Ze zijn als volgt verdeeld:
Laaggelegen ruimtes:
-
Kelders
-
Voorraad
-
Keukens
Hooggelegen ruimtes:
-
Slaapvertrek
-
Eetkamer
-
Entree
Kleine ruimtes:
-
Opbergruimte ruiter benodigdheden
-
Opbergruimte voedsel en dergelijke
-
Studeerkamer
-
Bibliotheek
De centrum en belangrijkste punt van het gebouw is de hal. Dit is de grote vierkante ruimte
die zich centraal gelegen in het gebouw bevind. Hier worden alle feesten
recepties en diners gehouden. Om de hal heen liggen verschillende privéruimtes.
De hal werd gezien als het dorpsplein van het huis, het centrum van
administratie en entertainment, evenals het forum in oude steden. “Forum” is
een oud Grieks woord. Dat is een soort publiek plein of gebouw waar de
bevolking met elkaar van gedachten kan wisselen. De villa staat centraal in het
land en de hal staat centraal in de villa. Dit betekend dus dat deze ruimte het
centraalste punt was in de wijde omgeving. Ook de loggia waren een van de
prachten van het gebouw. In de volgende afbeelding is de loggia weergeven in
het blauw en de hal in het geel.
Centraal boven het plein ligt de loggia. Op dit plein voor de villa werden
vroeger spelen gehouden. Ook kwam hier de oogst binnen. Verder was het ook
bedoeld als doorgang naar de verschillende leefruimtes van de villa. De loggia
had ook meerdere functies. Hier kon men eten, er was plaats recreatieve
activiteiten en het diende als verkeersruimte. Net als de hal staat de loggia
centraal in de compositie van het gebouw.
In de villa’s van Palladio was de locatie van de trap vaak een belangrijk
element van het geheel. De villa’s met één begane grond hebben vaak een
smalle/kleine trap. Omdat deze alleen gebruikt werd door de bedienden had de
trap geen belangrijke functie. Daarom zijn deze trappen ook niet goed te zien
in het ontwerp van Palladio.
Looplijnen
De ruimtes in het centraal gelegen hoofdgebouw zijn
zeer open qua routing. Vanuit alle kamers kan je gemakkelijk in de nabijgelegen
kamers komen. Verder zijn de doorgangen zo geplaatst dat ze (indien mogelijk)
aan beide kanten in het verlengde van elkaar staan opgesteld. Dus op het moment
dat je door 2 ruimtes loopt om in de 3e
kamer te komen, hoef je alleen rechtdoor te lopen.
In de vleugels van het gebouw geld hetzelfde principe.
De doorgangen zijn hier ook (intern) recht tegenover elkaar gepositioneerd.
Verder zijn er op de uiterste hoeken van de vleugels trappen te vinden die
leiden naar de boven gelegen torens. In het midden elk van deze delen zijn nog
2 doorgangen te vinden, die beide aan de voorkant (de zuidzijde) uitkomen.

In de villa is er een duidelijke scheiding tussen dienende en bediende
ruimtes. Ze zijn als volgt verdeeld:
Laaggelegen ruimtes:
-
Kelders
-
Voorraad
-
Keukens
Hooggelegen ruimtes:
-
Slaapvertrek
-
Eetkamer
-
Entree
Kleine ruimtes:
-
Opbergruimte ruiter benodigdheden
-
Opbergruimte voedsel en dergelijke
-
Studeerkamer
-
Bibliotheek
De centrum en belangrijkste punt van het gebouw is de hal. Dit is de grote vierkante ruimte
die zich centraal gelegen in het gebouw bevind. Hier worden alle feesten
recepties en diners gehouden. Om de hal heen liggen verschillende privéruimtes.
De hal werd gezien als het dorpsplein van het huis, het centrum van
administratie en entertainment, evenals het forum in oude steden. “Forum” is
een oud Grieks woord. Dat is een soort publiek plein of gebouw waar de
bevolking met elkaar van gedachten kan wisselen. De villa staat centraal in het
land en de hal staat centraal in de villa. Dit betekend dus dat deze ruimte het
centraalste punt was in de wijde omgeving. Ook de loggia waren een van de
prachten van het gebouw. In de volgende afbeelding is de loggia weergeven in
het blauw en de hal in het geel.
Centraal boven het plein ligt de loggia. Op dit plein voor de villa werden
vroeger spelen gehouden. Ook kwam hier de oogst binnen. Verder was het ook
bedoeld als doorgang naar de verschillende leefruimtes van de villa. De loggia
had ook meerdere functies. Hier kon men eten, er was plaats recreatieve
activiteiten en het diende als verkeersruimte. Net als de hal staat de loggia
centraal in de compositie van het gebouw.
In de villa’s van Palladio was de locatie van de trap vaak een belangrijk
element van het geheel. De villa’s met één begane grond hebben vaak een
smalle/kleine trap. Omdat deze alleen gebruikt werd door de bedienden had de
trap geen belangrijke functie. Daarom zijn deze trappen ook niet goed te zien
in het ontwerp van Palladio.
Looplijnen
De ruimtes in het centraal gelegen hoofdgebouw zijn
zeer open qua routing. Vanuit alle kamers kan je gemakkelijk in de nabijgelegen
kamers komen. Verder zijn de doorgangen zo geplaatst dat ze (indien mogelijk)
aan beide kanten in het verlengde van elkaar staan opgesteld. Dus op het moment
dat je door 2 ruimtes loopt om in de 3e
kamer te komen, hoef je alleen rechtdoor te lopen.
In de vleugels van het gebouw geld hetzelfde principe.
De doorgangen zijn hier ook (intern) recht tegenover elkaar gepositioneerd.
Verder zijn er op de uiterste hoeken van de vleugels trappen te vinden die
leiden naar de boven gelegen torens. In het midden elk van deze delen zijn nog
2 doorgangen te vinden, die beide aan de voorkant (de zuidzijde) uitkomen.
Plattegrond analyse
Er zijn 7 basisverhouding
die Palladio aanraad om te hanteren. Hier een opsomming van die 7
basisverhoudingen:
Rond
Vierkant 1:1
Een diagonaal
van het vierkant als lengte van het vertrek 1:1,4
Een vierkant en
een derde 3:4
Een vierkant en
een half 2:3
Een vierkant en
twee derden 3:5
Twee vierkanten
à 1:2
Met uitzondering
van punt 3 (een diagonaal van het vierkant als lengte van het vertrek) zijn het
alle enkelvoudige rationale verhoudingen bestaande uit gehele getallen. De
diagonaal van een vierkant staat echter tot de zijde van √2 : 1. Deze vorm
hanteerden zijn voorganger Alberti en Serlio.
Er zijn 7 basisverhouding die Palladio aanraad om te hanteren. Hier een opsomming van die 7 basisverhoudingen:
Toonsoorten
Hoe hebben
toonsoorten een relatie tot de natuur en het goddelijk model van de renaissance?
Bij de tonen binnen een bepaalde toonsoort gaat het
altijd om standaard verhoudingen. Een paar voorbeelden hiervan zijn: de prime
(1:1), de kwart (3:4), de kwint (2:3) of het octaaf (1:2). Bij een gitaar zijn deze verhoudingen
makkelijk en goed te zien. Zie afbeelding.
Op deze afbeelding is te zien dat er op de hals van de
gitaar witte puntjes zijn weergegeven. Deze puntjes komen overeen met de
zuivere toonafstanden. Dit zal ik nader verklaren. Op de hals zie je 2 keer een
dubbele punt staan. Als je vanaf de bovenkant het 2e vakje met de dubbele
punt pakt, heb je het octaaf van de gehele snaar. Zoals eerder gezegd heeft het
octaaf de verhouding 1:2. Zoals op deze afbeelding goed te zien is deelt (de
onderkant van) dit vakje de snaar in 2 precies gelijke delen. Zo werkt het ook
bij de kwart (de 2e gehele punt op de hals) en de kwint (de 1e
dubbele punt op de hals). Omdat de verhoudingen altijd relatief zijn krijg je
steeds kleinere vakjes. Stel je neemt het vakje van de 12e fret (het
2e dubbele puntje) en je neemt daar het octaaf van, dan zou je
ergens bij het klankgat uitkomen. Omdat het lijnstuk van de 12e fret
tot de kam (onderste gedeelte waar de snaren aan vast zitten) 2 keer zo klein
is als de hele snaar, betekend dat dat het octaaf ook 2 keer zo klein is. Dit
resulteert in het feit dat de afstand 2 keer zo klein word, maar de verhouding
van het octaaf (1:2) blijft hetzelfde. Daarom zie je ook dat de lengte van de
vakjes, naarmate je naar beneden gaat, steeds kleiner worden.
In de villa Emo worden de volgende verhoudingen gebruikt
(eenheid = voet):
·
12x20 (3:5 = grote sext)
·
24x20 (5:6 = kwint)
·
36x20 (5:9 = kleine septiem)
·
48x20 (5:12 = kleine decime)
·
12x16 (3:4 = kwart)
·
16x16 (1:1 = prime)
·
27x27 (1:1 = prime)
·
16x27 (8:9 = grote seconde)
Alle verhoudingen van dit gebouw kloppen met de
goddelijke verhoudingen in de muziek. Als je de verhouding zou ordenen per deel
(links, rechts en midden) zou je drie verschillende, maar harmonische samenklanken
horen. De thermen (octaaf, kwint, enz..) heeft betrekking op de intervallen binnen
de muziek. Intervallen zijn de afstand tussen twee verschillende tonen. Deze
intervallen samen maken weer een akkoord.
Akkoorden zijn harmonische samenklanken. Een harmonie zijn
minstens twee tonen die samen een geheel vormen. Zoals hierboven beschreven
kloppen deze tonen met elkaar. Binnen een toonsoort heb je maar een bepaald
aantal tonen die je mag gebruiken, 8 van de 12 die in een octaaf zitten. Met
deze 8 bouwstenen/noten kan je weer verschillende akkoorden vormen. Als je
enkel en alleen deze tonen gebruikt, klopt het muziekstuk (theoretisch gezien).
Zo geld dat ook bij gebouwen. Als je de juiste proporties gebruikt die deze
intervallen representeren krijg je een harmonisch gebouw.
Bij Villa Emo zijn de volgende getallen reeksen gebruikt:
- 12, 20, 24, 36, 48
- 3, 9, 27
- 12, 20, 24, 36, 48
- 3, 9, 27
Deze 8 getallen kan je vergelijken met de 8
bouwstenen/tonen die je gebruikt bij het componeren van een muziekstuk. Ze
verhouden harmonisch met elkaar en met het geheel. Dit is dan ook de reden dat
de mens deze villa als mooi beschouwd. Hierin kwam, volgens het renaissance
idee, het goddelijke terug in de muziek en architectuur van die tijd.
Doorsnede analyse
Alle hoogtes
zijn deelbaar door 3. Drie is het heilige getal in de Renaissance. Door dat
hoogtes en breedtes te delen door 3 komen er verhoudingen uit die Palladio in
de villa gebruikt.
Dwars doorsnede Piano nobile
Dwars doorsnede met verhoudingen Piano nobile
Langsdoorsnede verhoudingen Piano Nobile
Langsdoorsnede Piano nobile
Gevel analyse
Verhoudingen van de gevel van de Piano nobile
Verhoudingen van de gevel
Verhoudingen van de vleugel van de villa
Wanddiktes
Palladio
gebruikte de constructie (wanddiktes) van zijn villa's om de totale verhouding
weer op orde te krijgen. Er van uitgaande dat de rechthoek, getrokken om de
uiterste punten van de villa, een verhouding 2:3 heeft, volgt hieruit dat alle
wanden een dikte hebben van 1 1/3 ft.
Isometrie
Ruimtes
exploded view
3-D puzzel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten