De ratio van vroeger.
In de
Renaissance werd de mens gezien als een gelijkenis van god en als een
harmonische verhouding. Het menselijk lichaam werd geïnterpreteerd als de belichaming van het
universum. De gebouwen uit de Renaissance presenteerde het menselijk lichaam en
hadden te gelijke tijd een kosmisch belang. Mens en natuur stonden centraal in
deze periode. In die natuur is een proportie systeem te vinden, de gulden
snede. De gulden snede kom je overal tegen, in de natuur, architectuur en in de
ideale mens. De gedachten achter dit proporties systeem evalueert. Er ontstaan
veranderingen in de gedachtegang over proportiesystemen. Na de Renaissance
ontstonden andere proportiesystemen onder andere “De modulor”. De modulor is een proportiesysteem die uit gaat van
antropometrie (het meten van een mens) maar is gebaseerd op de gulden snede. De
term modulor komt van het Franse “moduler” dat betekent proportioneren.
Tijdens de
Renaissance speelde het geloof een belangrijke rol in het leven. Dit geloof
werd vertaald in verhoudingen en harmonieën die gecreëerd kunnen worden door
het gebruik van de gulden snede. De gulden snede
is een proportie systeem gebaseerd op het gulden getal ook wel phi genoemd. Bij de gulden
snede verhoudt het grootste van de twee delen zich tot het kleinste, zoals het
gehele lijnstuk zich verhoudt tot het grootste. Het grootste deel is a, het kleinste deel is
b, hieruit ontstaat een verhouding en dat is de gulden snede. De uitkomst van
deze formule (1,618) word phi genoemd. De guldensnede is ook terug te vinden in
het menselijk lichaam. De
afstand tussen het hoofd en het middel verhoudt zich tot de afstand van het
middel tot de voeten zoals die zich verhoudt tot de totale lichaamslengte. Met
dit proportie systeem werden meerdere gebouwen, kerken en villa’s ontworpen.
Maar net als de mens evalueert het systeem van de gulden snede zich ook. Er
worden nieuwe proportiesystemen ontwikkelt die wel gebaseerd zijn op de gulden
snede maar daar ook iets aan toevoegen. Een van die systemen is “ De modulor”
van Le Corbusier.
De modulor is
een maatsysteem wat gebaseerd is op het menselijk lichaam en de wiskunde. Le
Corbusier ging opzoek naar de ideale verhoudingen tussen de mens en ruimte die
hij ontwierp. De uitgangspunten voor zijn ideale verhouding is de hoogte van
een man met opgeheven arm(2260 mm) en de lengte van de man (1829mm).
Om deze
verhoudingen in getallenreeksen om te zetten maakt hij gebruik van het
wiskundig getal phi (gebaseerd op de verhouding van de gulden snede). Hij deelt
de twee ideale uitgangspunten door phi, hierdoor ontstaan twee getallen reeksen
ook wel de rode en de blauwe getallen reeksen genoemd. Doordat de modulor
bestaat uit de gulden snede verhoudingen, zijn ontwerpen die gemaakt zijn met
de modulor zowel praktisch efficiënt als harmonisch.
Het gebruik van
verhoudingen in een gebouw en in de omgeving zorgt voor een harmonische sfeer.
Deze sfeer wordt versterkt op het moment dat de verhoudingen waarneembaar zijn
voor de mens. Hoe verder de verhoudingen zich ontwikkelen hoe beter de
verhoudingen waarneembaar zijn. Dit betekent niet dat de modulor beter is
hoewel dit proportiesysteem wel het best waarneembaar is. De uitgangspunten van
de modulor zijn niet erg realistisch omdat het systeem niet universeel is. Er
wordt uit gegaan van een man met gestrekte arm en de lengte van een man, deze
lengte verschilt per bevolkingsgroep. De modulor is een verhouding systeem dat
puur en alleen voor de architectuur gebruikt wordt.
De gulden snede
is een verhouding systeem dat overal terug komt en overal wordt gebruikt. De
gulden snede is een verhouding die nog steeds gebruikt en ontwikkeld wordt in
de architectuur. Daarentegen is de modulor een specifiek systeem dat alleen
gebruik werd in de architectuur van Le Corbusier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten